Kortgeleden heb ik een stilteretraite gevolgd in de Sint Paulusabdij in Oosterhout. Ik was daar te gast bij de gemeenschap Chemin Neuf. De retraite werd begeleid aan de hand van de Geestelijke Oefeningen van Ignatius. Ignatius van Loyola, geboren in 1491, als dertiende kind van een Spaanse adellijke familie, is ambitieus en getalenteerd en wacht een rijke toekomst. In 1521 raakt hij bij de verdediging van een stad, zwaargewond aan beide benen. Om de tijd te doden, leest hij twee boeken: Leven van Christus en een Bloemlezing van heiligenlevens, boeken die zijn leven een indrukwekkende wending zullen geven.
De grote vraag die hij zichzelf stelt is: Wat is ware, duurzame vreugde en wat is wel leuk en aantrekkelijk, maar leidt ten slotte tot een impasse? Hij gaat zich oefenen in het onderscheiden wat van God komt en wat niet. Hij ontwikkelt de Geestelijke Oefeningen, een manier van biddend de Bijbel lezen, terwijl men het eigen hart voor God openstelt en onderzoekt.
Terwijl ik die week in het prachtige klooster met die oefeningen bezig ben, voel ik me ondergedompeld in een stuk geschiedenis. Ik geniet van de architectuur en de prachtige tuin. Van de oude meerstemmige melodieën, afgewisseld door de nieuwste opwekkingsliederen. Van de symbolen, en het respect waarmee men daarmee omgaat. Ik heb bewondering voor de stilte waarmee iedereen zich omringd, zelfs als we een uur met onze dagelijkse klussen bezig zijn. Maak mee dat een BN’er, een van de retraitanten, aan het eind van de week vertelt eindelijk door God uit de kerker te zijn bevrijd, waar hij al jaren zelf niet uit kon komen.
Ik ben diep onder de indruk van de keuze om iedere dag voor de eenheid van de kerken te bidden. Heel sterk vind ik de constructieve manier waarop omgegaan wordt met de verschillen in opvatting en invulling van de eucharistie en het avondmaal. De eenheid wordt juist daarin beleefd, omdat we samen de pijn ervaren van de verschillen. Ik ervaar die eenheid heel sterk deze week, als ik een zegen ontvang van de priester, tijdens de eucharistie, en mijn katholieke broeder een zegen ontvangt van de dominee, later die week, tijdens het Avondmaal.
Als we geen directe invloed kunnen uitoefenen op verschillen, maken we er een moment van eenheid van, door hoe we hier samen mee omgaan. We moeten proberen om samen de hele regenboog te willen zien, om oog te hebben voor elkaars kleuren en niet onze eigen kleur te benadrukken.
Overdag woon ik een aantal vieringen bij en in de avond is er een charismatische ontmoeting. Indrukwekkend, door de persoonlijke woorden en beelden, de prachtige melodieën in diverse klanktalen en de mogelijkheid om te bidden om de vervulling met de Heilige Geest. Ik besef dat hier allerlei kleuren worden samengevoegd. Ik ken al de lichtblauwe kleur van mijn protestantse achtergrond, de gele kleur van de interkerkelijke Youth for Christ beweging, de felblauwe kleur van de Pinksterbeweging, de groene kleur van de katholieke GCL- groep waarvan we lange tijd deel uit maakten, en de oranje kleur van mijn Baptistengemeente, nu.
De enorme drang naar de volle regenboog blijft. Ik ben er mijn hele leven al mee bezig om de kleuren te zoeken, te respecteren en het mooie van de andere kleuren naar voren te helpen brengen. Deze week ben ik enorm aangemoedigd en geraakt om hiermee door te gaan.
Dank aan alle mensen die dit – met hun eigen prachtige kleur – opnieuw hebben aangewakkerd!
Iedere kleur apart is al zo mooi, maar wat een feest als al die kleuren naast elkaar kunnen bestaan en elkaar positief kunnen beïnvloeden. Wat een rijkdom, als we het mooiste uit de ander naar boven kunnen halen, om zo samen een schitterende heenwijzing te mogen zijn naar Gods liefde en hoop.