Rouwen wordt ook wel omschreven als taken die men te verrichten heeft (W.Worden, 1983). Hij omschrijft dit verliesverwerken als rouwarbeid. Hij hoopte dat zijn theorie als leidraad kon dienen voor het begeleiden van rouwenden. Hij onderscheid vier taken:
- het aanvaarden van de werkelijkheid van het verlies
- het ervaren van de pijn van het verlies
- het aanpassen aan de omgeving zonder de overledene
- een nieuwe plaats geven aan de overledene en opnieuw leren houden van het leven
1. Het aanvaarden van de werkelijkheid kan een hele moeilijke opdracht zijn. Soms is het nodig om die werkelijkheid een poosje te parkeren, om te overleven. Als iemand achterblijft met jonge kinderen is er eenvoudigweg geen ruimte om die werkelijkheid door te laten dringen. Een mens heeft de mogelijkheid om dit stukje bij beetje in zichzelf toe te laten. Een soort zelfbescherming dus. Daar past respect en een liefdevolle houding van geduld en warmte. De werkelijkheid aanvaarden is bijna onmogelijk als de dood heel plotseling kwam, of onder dramatische omstandigheden. Het aanvaarden van de werkelijkheid kan voor de ene mens vrij snel komen en voor de ander heel lang op zich laten wachten. Men kan zo geschokt zijn dat er na maanden nog gewacht wordt op de overledene. Om met de rouw te beginnen is het erkennen van het verlies echter onvermijdelijk. Ook is het noodzakelijk om te weten wat er echt is gebeurd en hoe het is gebeurd. Als het enigszins kan is het belangrijk om de overledene te zien, zodat de werkelijkheid door kan dringen. Als omstanders luisteren, ook al is het telkens naar hetzelfde verhaal, is dat ontzettend helpend.
2. Het ervaren van de pijn van het verlies is een zware opdracht. Er kan zoveel vreemde fysieke pijn zijn, dat iemand dat het liefst ontloopt. Er is echter geen weg om de pijn heen. Alles wat men doet om voor de pijn te vluchten verlengt het rouwproces, toch is het soms ook even nodig om van de pijn weg te gaan. Ook dit onder ogen zien van de pijn gebeurt in fasen. Het kan iemand overspoelen en het kan zoveel energie vergen dat het lichaam zelf overschakelt op een overlevingsmodus. Nu even niet. Men kan zich eraan overgeven en vreemd genoeg soms ook voor afsluiten. Dat is ook goed en hoort erbij. Er kunnen hevige pijnscheuten zijn, angstgevoelens, dofheid, verwarring, schuldgevoelens en opstandigheid. Alle gevoelens kunnen ook heftiger en intenser zijn dan men ooit gehad heeft. Deze gevoelens horen allemaal bij een normaal rouwproces. Het is belangrijk om in deze fase mensen de ruimte te geven en zelfs uit te nodigen om deze gevoelens te beleven en te uiten. Niet sussen en snel tranen drogen is helpend, maar het verwelkomen van het verdriet.
3. Het aanpassen aan de omgeving zonder de overledene is voor iedereen heel verschillend. Hoe was de relatie, welke rol had de overledene, welke betekenis had hij of zij? Een jong kind dat haar moeder mist, een man die zijn vader van 80 lang heeft verzorgd, een vrouw die gehandicapt is en haar man moet missen, een jonge vrouw die haar vriend niet meer kan voorstellen aan haar vader. Dit alles is bepalend voor de mate waarin iemand zich kan aanpassen aan de nieuwe situatie zonder de overledene. Het kost moeite om je aan te passen, nieuwe taken op te nemen, nieuwe vaardigheden aan te leren, de rollen opnieuw te verdelen in een gezin. De positie van de vrouw kan totaal veranderen als haar man er niet meer is. Vrienden kunnen wegvallen, familie kan minder contact zoeken. Een kind kan de begeleiding van de ouder missen op school. Echt te leven zonder de hulp en aanwezigheid van de overledene kost tijd en inzet. Er is moed voor nodig.
4. Een nieuwe plaats geven aan de overledene. De relatie zal veranderen. De band wordt anders. Men hoeft niet los te laten, maar zal anders vast moeten gaan houden. Bewust bouwen aan herinneringen door te herdenken. Een speciaal plekje in huis creëren, een gedenkboek maken of bijvoorbeeld een plaid van stukjes van de kleding van de geliefde. Momenten van herinneren helpen om een nieuwe plaats te geven aan de overledene. Het is het integreren van het verlies en niet het vergeten, wat bepalend is.
En dan nog het opnieuw leren houden van het leven. Dit hangt van zoveel factoren af! Voor sommige mensen stopt het leven, zij krijgen het niet meer opgepakt. Het verlies is te ingrijpend om te dragen. Anderen kunnen zich weer verbinden met mensen en zien kans om zich te ontwikkelen op nieuwe gebieden. Zij ervaren een innerlijke groei en een verrijking door de gevolgen van het verlies. Veel hangt af van de relatie die men had en de manier waarop iemand is overleden. De omgeving speelt ook een grote rol in de ondersteuning van de rouwenden.
Een criterium van verwerking is dat men aan de overledene kan terugdenken zonder steeds intense pijn te ervaren, hoewel iets van de pijn van het verlies een leven lang kan duren.
Deze vierde rouwtaak is tevens het doel van rouwverwerking. Het verlies overheerst niet meer het denken. Men barst niet meer in tranen uit wanneer iets doet denken aan de overledene. Men kan weer voorzichtig plezier maken met anderen en genieten van hobby’s. Men wordt niet meer overheerst door de waaromvraag en het verdriet. Met andere woorden: verstandelijk, emotioneel, sociaal en geestelijk kan men zijn of haar leven opnieuw inrichten en er zin aan geven.
Het is onmogelijk een precieze tijdsduur voor een rouwproces te omschrijven. Een veelheid aan factoren speelt hierin een rol. Zoals de relatie met de persoon die stierf, omstandigheden rondom het overlijden, het ervaren van steun bij de verwerking. Een periode van een paar jaar is geen lange periode om de scherpste kanten van een belangrijk verlies te verwerken.