‘Ik moet echt keihard op zijn deur bonzen, eigenlijk alleen als er iets heel ergs aan de hand is, doet hij pas open.’
Zijn.
Kun je er echt nog zijn voor elkaar? Wat is daarvoor nodig en hoe ziet dat er dan uit?
In mijn contact met stellen blijkt dat het steeds moeilijker wordt om echt tijd en aandacht te hebben voor elkaar. Het lijkt alsof er steeds meer blokkades zijn, waardoor mensen zich niet aan elkaar durven toevertrouwen. Geen beroep op de ander durven doen. Daarnaast zijn er zo veel manieren waarop mensen worden afgeleid van echt persoonlijk contact, dat de vanzelfsprekendheid en het vermogen om je aan elkaar te hechten worden aangetast.
Vroeg of laat ervaren mensen de leegte en de emotionele eenzaamheid die dat oplevert en verlangen zij naar diepgang en hechte verbondenheid. En zo kan het gebeuren dat zowel stellen die nog maar een paar jaar bij elkaar zijn, als mensen die al 40 jaar samen zijn, zich melden voor relatietherapie of training.
De laatste tientallen jaren wordt steeds weer bevestigd hoe belangrijk de hechtingstheorie (John Bowlby) is geweest om te begrijpen waar mensen ten diepste behoefte aan hebben en wat een gezonde relatie nodig heeft.
Aan het begin van het EFT Houd me vast-programma doen we een test om eens te kijken hoe het gesteld is met de TO BE: hoe Toegankelijk, Ontvankelijk en Betrokken ben je op Emotioneel gebied?
Vragen als:
- Ik kan makkelijk de aandacht van mijn partner krijgen. Waar/Onwaar 2. Ik kan mijn partner zo goed als alles toevertrouwen. Waar/Onwaar 3. Ik voel me heel sterk op mijn gemak dicht bij mijn partner en ik vertrouw hem/haar. Waar/Onwaar enz.
Houd me vast gaat niet zozeer over communicatie, of over gedrag, maar vooral over de belangrijke vraag: hoe veilig en betrouwbaar is de relationele verbondenheid en hoe kan deze verbeterd worden?
Als we aftasten hoe TO BE je kunt zijn voor elkaar, vergelijk ik dat altijd met gastvrij zijn, met de metafoor van een huis:
(T)oegankelijk: mijn deur staat op een kier. Het touwtje hangt uit de deur. Wees welkom! Ik ben er als je me nodig hebt. Wil je binnenkomen?
(O)ntvankelijk: blijf niet in de hal staan. Kom maar in mijn woonkamer en ga zitten in de lekkerste stoel. Heb je het warm genoeg? Wil je wat drinken?
(B)etrokken: ik kom dichtbij je zitten. Ik luister. Ik wil weten wat er in je omgaat. Ik vind het belangrijk wat je wilt delen. Wil je het mij vertellen?
(E)motioneel: ik wil echt weten wat je voelt, wat jij beleeft. Ik wil weten wat jij nodig hebt. Ik wil dat jij je veilig voelt bij mij. Wil je zeggen waar je bang voor bent, of waar je behoefte aan hebt?
Ik wil er voor je zijn.
Gaandeweg komen we erachter waardoor de deur soms gebarricadeerd wordt, of waardoor die soms wordt ingebeukt. Of waardoor iemand niet meer in de woonkamer mag komen, omdat de lekkere stoel soms al bezet is door iemand anders. Gaandeweg komen we erachter waardoor het luisteren niet meer lukt, omdat de onmacht op het puntje van de stoel zit, omdat er geen oplossing meer bedacht kan worden.
De eigen pijnpunten houden die deur van ons levenshuis uit zelfbescherming dikwijls ook angstvallig gesloten.
Het is een fantastisch moment als de een in staat is om de ander zo uit te nodigen, dat deze zich veilig en welkom genoeg voelt om gebruik te maken van de gastvrijheid. Om zich kwetsbaar op te stellen en pijnpunten te delen. Om werkelijk te komen tot het uiten van oprechte angsten en behoeften. En als we dan merken dat de partner erbij, TO BE, kan blijven, niet meer vlucht, niet meer meteen het eigen verhaal naar voren brengt, maar met troost en geruststelling kan reageren, is dat een enorme stap.
Een stap die vreugde en ontspanning brengt. Een stap die het gevoel van veiligheid en vertrouwen versterkt, zodat beide weten dat de partner ook TO BE zal zijn als we dat zelf nodig hebben.
Veiligheid, vertrouwen en verbondenheid zijn voorwaarden voor en vruchten van een gezonde, hechte relatie.
Het is de moeite waard om daarin te investeren.
Er nog meer te zijn voor elkaar.
TO BE!