Steeds vaker kom ik stellen tegen die een ik en een jij zijn gebleven, maar nooit een wij zijn geworden. Die ik en jij zijn aangemoedigd door thuis en school, door de samenleving en de verwachtingen die van daaruit zijn ontstaan. Het wij lijkt steeds meer op een verlies dan op winst voor iemands persoonlijke ontwikkeling.
Al lange tijd wordt het belang gepredikt van de ontwikkeling van het individu. Aangemoedigd om een opleiding te volgen die bij je past en waarmee je het verst kan komen. En – vanzelfsprekend – ongeacht of je een jongen of meisje bent!
Persoonlijke ontwikkeling is ontzettend belangrijk. Ik heb het voorrecht gehad om een aantal jaar met studenten op te trekken en hen te begeleiden door middel van een traject waarin persoonlijke ontwikkeling centraal stond. Ook onze eigen kinderen hebben we van harte aangemoedigd om zich zo ver mogelijk te ontwikkelen.
Zelf kom ik uit een groot gezin waarin het niet gebruikelijk was om verder te studeren. Je mocht een korte opleiding doen en dan zocht je een baan. Je droeg bij aan de onkosten thuis. Nog maar net was het geaccepteerd dat je als pasgetrouwde vrouw parttime bleef werken, tot je na niet al te lange tijd een kindje zou krijgen.
Hoe het gekomen is weet ik niet precies, maar vanaf het begin van ons huwelijk zijn Jan en ik een wij geweest. Er was een vanzelfsprekendheid in onze relatie dat wij elkaar het beste gunden. Dat we de ander de ruimte wilden geven om zich te ontwikkelen, maar de wij–wording was voor ons bepalend.
Het is een bijzonder veilig gevoel als je zeker weet en het ook merkt dat de ander het mooiste uit jou naar boven wil halen. Als je merkt dat je daarin aangemoedigd wordt en als je de ruimte daarvoor krijgt.
Het punt was dat bepaalde overtuigingen zo vastlagen voor ons, dat we daarover nooit discussies hebben gehad. Misschien vreemd, maar waar. Wij schoven in elkaar over. Wij voegden ons bijna geruisloos in ons gezamenlijke levensdoel: God dienen met heel ons hart en onze naaste als onszelf. Alles wat dat meer mogelijk maakte, wilden we voor elkaar faciliteren. En ja, dat betekende dat het dikwijls moeite kostte. Dat niet alles kon. Dat betekende dat we privacy, huis en goederen en soms vrije tijd inleverden, toen we met meer mensen gingen samenwonen. Dat betekende dat het bijna nooit bij mij opkwam om me nu eens te gaan ontplooien en eindelijk iets voor mijzelf te gaan doen. En toch heb ik wel de vrijheid ervaren om deze keuzes te maken.
Ik heb zelf de wij-relatie als bijzonder plezierig ervaren. Samen waren we meer dan onze afzonderlijke delen bij elkaar opgeteld. Er kwam iets extra’s bij. Samen waren we een identiteit, naast die van onszelf.
In de RK-kerk is het huwelijk een van de sacramenten. ‘Voor de Kerk is het huwelijk tussen man en vrouw de weerspiegeling van de liefde van God. In de liefde tussen gehuwden herkennen we de liefde van God voor ons allen. Meer nog: de gehuwden maken de liefde van God concreet, zichtbaar en tastbaar,in deze wereld’. Ik vind dat een heel mooi gegeven en denk dat het een verrijking kan zijn om het eens van die kant te bekijken. Het kost blijvende inzet en toewijding om wij te blijven. We hebben daar God en/of anderen bij nodig.
Afgedwongen? Dat nooit! Vrijwillig en met wederzijdse overtuiging? Prachtig!
Achteraf gezien had ik al veel jonger bepaalde studies kunnen oppakken. Soms vind ik dat jammer. En toch, als ik dan stilsta en terugkijk op ons leven en wat we samen door onze wij-relatie hebben kunnen doen en beleven, had ik het niet anders gewild. Dan was ik zoveel misgelopen van wat ik nu als zeer waardevolle levenservaringen beschouw.
De wij-relatie kost tijd en inzet, keuzes maken voor een gezamenlijk doel, aandacht, afzien, aanmoediging. En bovenal goed zicht op liefde. Het is voor mij vanzelfsprekend om mij daarvoor te ijken aan het voorbeeld van Jezus en alle mooie verhalen met voorbeelden die Hij ons heeft nagelaten in de Bijbel.
Het is helemaal geen slecht idee om aan het – in vrijheid wij-worden – meer aandacht in gezinnen te besteden en goede lessen te verzorgen op school, zodat jongeren, naast de belangrijke persoonlijke ontwikkelingsfase, ook de waarde en het belang leren inzien van het in vrijheid, veilig verbonden zijn.