September wordt wel de oogstmaand genoemd. Deze maand staat voor mij voor de prachtige kleuren in de natuur, voor een nieuw schooljaar, een nieuw jaar in de kerk, voor cursussen die weer gaan beginnen. De maand dat je met een schone lei mag beginnen. Het is ook de maand dat ik – na bijna 40 jaar – afscheid moest nemen van Jan. Ik sta in september extra stil bij wat er allemaal veranderd is na zijn overlijden. In eerste instantie zou ik willen zeggen: alles! Werkelijk alles is veranderd! Zo voelde het en zo voelt het dikwijls nog steeds.
Je beseft pas wat je gehad hebt als je het moet missen. Na bijna 40 jaar samen, verandert alles als je zo’n ingrijpende verschuiving – als het verlies van een dierbare – onder ogen moet zien en je leven opnieuw moet vormgeven. Vanbinnen verander je, in huis is het anders, relaties veranderen, de toekomst verandert. Zo kun je op één dag zijn humor missen, heel graag een mooi stuk klassieke muziek willen delen, verdrietig zijn omdat je niet meer kunt vertellen dat je jongste zoon gaat trouwen, behoefte hebben aan aanraking, verlangen naar een diepgaand gesprek over iets wat je hebt gelezen en even later met je handen in het haar zitten, omdat er een klus in huis is waar je niet uitkomt.
Soms lijkt het alsof ik in een ander tijdperk ben terechtgekomen. Veel van het vertrouwde is weg en heeft plaatsgemaakt voor nieuwe dingen. Het is een rare gedachte dat Jan veel veranderingen van mij en de kinderen niet heeft meegemaakt en misschien nooit voor mogelijk had gehouden.
Oogsten
Ik noem maar wat: dat zijn zoons samen zouden gaan werken bij hetzelfde bedrijf en allebei in Rotterdam zouden gaan wonen. Dat ze zouden ontwerpen, programmeren en bouwen. Dat zij samen met vrienden een muziekband zouden vormden en gaan optreden. Dat zijn jongste zoon gaat trouwen. Dat hij, net als zijn vader, een enorme belangstelling heeft voor de computer. Dat zijn oudste zoon – naast zijn baan – een elektrische gitaar zou ontwerpen, samen met een bevriend gitaarbouwer en dat dit nu een eigen merk is geworden. Dat zijn dochter in de sterrenkundewereld zou terechtkomen, en in het Leidsch Dagblad zou schrijven over allerlei wetenschappelijke ontwikkelingen. Dat zij door Europa zou reizen en workshops zou geven aan docenten, over hoe zij hun leerlingen op een zo creatieve en inspirerende manier kunnen lesgeven over het heelal.
Dat ik toch nog ben gaan studeren en na diverse opleidingen een eigen praktijk kon starten. Dat ik ons verhaal zou verwerken tot het boek Kwetsbaar vertrouwen. Dat ik een aantal jaar tutor ben geworden van studenten op de EH. Dat ik het ‘aankon’ om te leven en te wonen in dit huis en allerlei taken op me kon nemen.
De meeste dingen die in ons gezin zijn gebeurd nadat hij is overleden, had hij niet kunnen bedenken, maar als ik terugkijk, weet ik zeker dat hij heeft gezaaid en dat wij daar nu de vruchten van plukken.
We mochten de afgelopen jaren oogsten.
Zaaien
Ik zie Jan nog aan tafel zitten met de kinderen en aan hen uitleggen hoe het zit met de planeten, de maan, de zon en de aarde. Daar werden tekeningen bij gemaakt. Ik zie hem uren samen met hen bouwen met de lego. Ik zie hem een plank maken waarop de trein kan rijden en allerlei huisjes en bergen en tunnels met lampjes. Ik zie nog de prachtige bloemen in 3D die hij samen met hen knutselde toen ik na een operatie thuiskwam uit het ziekenhuis. Ik hoor hem nog gitaarspelen, ik zie ons samen zingen met de kinderen na het eten. Ik zie zijn liefde voor allerlei soorten muziek en hoe hij daarvan genoot en de kinderen daarin meenam. Ik herinner me hoe hij kluste en hoe hij van iets lelijks iets moois wist te maken. Hoe we samen stoelen hebben bekleed en een keuken hebben gebouwd en geschilderd.
Ik besef hoe hij zijn liefde voor God doorgaf, door zijn ontroering en dankbaarheid openlijk te tonen. Ik hoor hem nog bidden samen met de kinderen.
Ik zie hoe wij samenwoonden met een bevriend echtpaar en anderen tijdelijk bij ons lieten wonen.
En dan zijn passie voor het oplossen van puzzels en andere vraagstukken. Zijn enthousiasme voor de computer en de spelletjes. De vele boeken die hij las, van stripverhalen tot geestelijk krachtvoer. De humor in die stripverhalen waarvan hij genoot en de grappen die steeds weer opnieuw werden verteld. De diepgang die hij zocht in zijn geloofsleven en de worstelingen die hij doormaakte en durfde te delen met anderen.
Als hij ons nu zou zien, zou hij misschien helemaal niet zeggen: ‘Dat had ik nou nooit gedacht’. Misschien zou hij helemaal niet verbaasd zijn. Misschien zou hij zeggen: ‘Dat heeft er altijd al ingezeten en het komt er nu uit’.
September is: een nieuwe start en er alles aan doen om het mooiste uit de ander naar boven te halen. Het is de moed om de ander de ruimte te geven om zich te ontwikkelen. Het is dit vanzelfsprekend vinden.
September is: de bereidheid om te investeren in elkaars leven. De ander de veiligheid bieden om te groeien om zo weer vrucht te kunnen dragen. Het is voordoen en geduld hebben zodat de ander het zelf ook kan leren.
September is: eerst oogsten, maar je ook voorbereiden op de maanden van afwachten, donkerheid, vruchteloosheid en kleurloosheid. Het is het weten dat dwars door deze periode van ogenschijnlijke doodsheid en kilheid het leven weer zal gaan opbloeien in de lente. Het zeker weten dat onder de grond het leven doorgaat.
Ik heb het meegemaakt, het is echt zo.
Vertrouwen dat de dood niet het laatste woord heeft, is blijven zaaien, blijven investeren in het leven en dankbaar de oogst verwachten.
a.s. Zaterdagavond, 21:00 uur, mag ik hierover praten met Andries Knevel in het programma EO-Live op radio 5.