Mattheus 14:16: maar Jezus zei tegen hen: “Geven jullie hen maar te eten.”
Maakt het echt wat uit als je het weinige geeft wat je hebt? Wat lost het op? Welk effect heeft het, als je kijkt naar al het onrecht en het lijden in deze wereld? Is het ooit genoeg?
Jezus heeft gesproken, het is laat geworden en de mensen krijgen honger. Hij zegt tegen zijn leerlingen dat zij hen te eten moeten geven. Zij antwoorden Hem dat zij niets hebben, niets behalve vijf broden en twee vissen. Jezus zegt: “Breng die bij mij.” Er zijn duizenden mensen aanwezig, iedereen krijgt te eten nadat het weinige bij Jezus is gebracht. Hij vermenigvuldigt dit nadat Hij zich gericht heeft op God en het weinige gezegend heeft. Iedereen is verzadigd en er is genoeg en er blijft zelfs over!
Als we dit lezen kunnen er allerlei gedachten in ons opkomen: waarom komen er dan toch zoveel mensen om van de honger, nadat er oprecht is gebeden? Hoeveel kinderen zijn er niet omgekomen van de honger, voor de ogen van hun ouders, ook nadat er voor eten is gebeden?
Het is heel moeilijk om te begrijpen dat ons kleine geven uiteindelijk op grote schaal gevolgen kan hebben. Vaak zien we heel andere dingen om ons heen. Het lijkt geen zoden aan de dijk te zetten.
Wat bedoelt Jezus hier en hoe kunnen we blijven geloven dat ons geven vermenigvuldigd wordt door God? Hoe kunnen we verantwoordelijk zijn voor al het lijden en het onrecht in deze wereld en hoe kunnen we dat beïnvloeden door ons geven? Hoe kunnen we dit volhouden en niet ontmoedigd raken?
Misschien kunnen we uit dit gedeelte troost halen, troost dat het onbeduidende en weinige, in onze ogen, blijkbaar bruikbaar en te vermenigvuldigen is door God. Dat dit niet alleen geldt voor ons materiële geven, maar ook voor ons aarzelend zetten van de eerste stap na een conflict, ons opkomen voor rechtvaardigheid als we hier zelf risico’s door lopen.
Dat het gaat om de beweging die we maken: “Breng het bij Mij”; dat is onze verantwoordelijkheid. Dat is de richting in ons denken en doen die bepalend is.
Eerst aan Hem geven, door zijn handen laten gaan, verbroken laten worden door Hem en daarna gezegend, om vruchtbaar te worden voor anderen.
Als wij onze vinger geven maakt Hij er een hele hand van.