Een prachtige manier om mensen te helpen om tot reflectie te komen en vanuit de buitenwereld naar de eigen binnenwereld te gaan, is door middel van drie poppetjes: de volwassene, de redder en het kleintje. Deze drie zelfdelen horen allemaal bij ons en reizen ons hele leven met ons mee. De kunst is om die drie delen en hun dynamiek te leren kennen en om daar zo goed mogelijk mee te leren omgaan. Het vermogen om met deze drie in gesprek te gaan en te komen tot een innerlijke dialoog, bepaalt in belangrijke mate onze psychische gezondheid en de kwaliteit van onze relaties.
Ik gebruik poppetjes in diverse maten, om de drie delen goed te kunnen onderscheiden van elkaar. Om hier beter mee te kunnen werken, volgde ik een cursus en zo ben ik enthousiast geworden over dit eenvoudige beeldmateriaal. Zowel de begrippen uit de contextuele benadering als die uit EFT kunnen ermee zichtbaar worden gemaakt. Heel leuk is om ook de kernkwadranten in te voegen en zo vanuit een rationele benadering weer te komen tot het doorwerken in het gevoelsleven.
Hoe gaat dat dan?
Om in balans te blijven met onze zelfdelen is het nodig om in een veilige omgeving op te groeien. Gehoord en gezien worden, uitkomen voor behoeften, liefde, warmte en waardering zijn nodig om een gezond evenwicht te ontwikkelen. We staan dan met onze zelfdelen hand in hand in een mooi kringetje. Als we in een onveilige omgeving opgroeien, waarin onze behoeften niet worden gezien en gehoord, zijn we geneigd om uit de kring te gaan. Dit hoeft niet met opzettelijk geweld te maken te hebben, maar kan ook door ziekte, scheiding of andere moeilijke gezinsomstandigheden zijn. We gaan onze behoeften onderdrukken en iets waar we goed in zijn, extra inzetten. We leren te overleven door een kwaliteit waardoor we gewaardeerd worden uit te vergroten en steeds opnieuw in te zetten. We gaan met onze redder extra veel geven. Langzamerhand raakt ons gevoelsleven, onze kwetsbaarheid op de achtergrond. We reageren niet door zelf belangen af te wegen, uit te komen voor onze behoeften, af te stemmen met onze delen, maar door te doen wat van ons wordt verwacht, wat de minste conflicten oplevert, of wat een snelle oplossing biedt.
Onbewust schermen we zo ons kleintje – onze kwetsbaarheid – af, zodat die niet nog meer pijn en verdriet hoeft te ondergaan. We gaan daar dus voor staan met onze redder (zetten we op een paar blokjes) en raken een stukje van onze identiteit kwijt. Dat leveren we in voor waardering en het voorkomen van pijn.
We gaan uit de kring en krijgen een andere opstelling. Als dit lang genoeg doorgaat, leren we om een belangrijk stuk van onszelf af te splitsen. We weten niet eens meer hoe iets voelt, we hebben de signalen zo genegeerd, dat ons kleintje ophoudt met kloppen. Wat ook helpt om het kleintje het zwijgen op te leggen, is om het een boodschap te geven waardoor het stopt met vragen. ‘Je bent alleen maar lastig’, ‘je hebt toch alles verpest’, ‘ik ben niet belangrijk’,’ik moet de minste zijn’, ik word toch niet gehoord’, ‘het gaat alleen maar meer pijn doen’. Die boodschap kan een eigen leven gaan leiden en destructief worden, het wordt bijvoorbeeld moeilijk om gelijkwaardige relaties op te bouwen, of om onszelf te waarderen.
Overleven in een onveilige omgeving gaat dus door onze kwetsbaarheid af te schermen, maar ook door juist manipulatief te worden, op te eisen en te claimen.
Hoe komen we weer in harmonie?
Daar is in ieder geval erkenning voor de pijn en een veilige omgeving voor nodig. Het kan helpen om de bewegingen van de zelfdelen na te gaan en te verkennen welke gebeurtenis heeft gemaakt dat we uit de kring zijn gegaan. Door eerlijk naar onszelf te durven kijken, komen we pas echt verder. De meeste mensen hebben aangeleerd om hun pijn op anderen te projecteren en niet om hun oor te luisteren te leggen bij hun eigen hart en innerlijk. Zij hebben afgeleerd om zelf verantwoordelijk te zijn voor hun zelfdelen. Veel mensen hebben daar dan ook hulp bij nodig.
We komen verder door mild te leren kijken naar de manier van overleven, door de redder te bedanken voor alle inspanningen, maar te zeggen dat het nu niet altijd meer hoeft. Door te leren dat het volwassen deel nu de regie mag nemen en belangen mag afwegen. Door het beluisteren van de kwetsbaarheid, door het kleintje erbij te halen en te vragen waar het nu echt behoefte aan heeft.
Het is prachtig om mensen weer heel te zien worden. Mensen die zich bewust zijn van hun kwaliteiten, die respect hebben voor hun eigen kwetsbaarheid en met hun volwassen deel kunnen luisteren, waarderen en belangen kunnen afwegen. Zo is het mogelijk om steeds weer tot een gezonde innerlijke dialoog te komen. Deze levenskunst mogen we ons hele leven verder ontwikkelen.
Zo wordt het steeds meer mogelijk om – in vrijheid en met vertrouwen – veilig verbonden te zijn met anderen.