Het is april 2020. Al wekenlang zit de wereld noodgedwongen thuis door het coronavirus. Mensen lezen, legpuzzelen, tuinieren, bakken en beeldbellen meer dan ooit. Hoewel ik het gewend ben om alleen te zijn, is het bizar om te bedenken dat ik al zeven weken niemand heb aangeraakt en in huis heb ontvangen. Vanaf vandaag zijn twee mensen weer – met afstand – welkom. Door het fantastisch mooie lenteweer ben ik veel in de tuin bezig geweest. Ook maakte ik mijn eerste handgemaakte quilt. Mijn quarantaine-quilt.
Ik merk hoe plezierig het is om iets te ontwerpen. Om met mooie stoffen bezig te zijn. Ik besef opnieuw hoeveel Jan en ik hebben meegekregen van onze ouders om creatief bezig te zijn en wat een zegen dat altijd is geweest.
Ik breng daarom een ode aan mijn ouders en schoonouders!
Ik denk terug aan een van de mooiste herinneringen van Jan:
Het is zijn eerste ervaring met de handigheid van zijn vader. Wanneer hij als kleine jongen op een ochtend uit zijn bed komt, staat het er opeens. Een heel dorp van huisjes, met een echt stationnetje en deurtjes die open en dicht kunnen. Zomaar als verrassing de avond daarvoor van kartonnen dozen gemaakt. Jan is sprakeloos. Vol bewondering voor zijn vader.
Die is door zijn gezondheid al jaren aan huis gebonden. Hij zit daarom aan de tafel. Draagt zomer en winter zijn blauwe alpinopet. Luistert naar muziek op zijn oude versleten radiocassetterecorder. Muziek is heel belangrijk voor hem. Hij weet vooral veel van klassieke muziek en gaf jarenlang les op blaasinstrumenten. Met een puzzelboekje en zijn knutselwerken, van karton en hout, vermaakt hij zich op de vierkante meter. Jan leert van zijn vader niet alleen knutselen, schilderen en behangen, maar bekleedt samen met zijn moeder ook de oude versleten bank. Zijn ouders hebben het niet breed. Ze doen daarom alles zelf, hebben geen auto en gaan zelden weg.
Moeder zit tegenover vader aan tafel en maakt geduldig de mooiste dingen. Ze wordt in de omgeving de vrouw met de gouden handjes genoemd: ze naait zelf haar kleding, borduurt, breit en kan werkelijk alles maken.
Zij leerde dat weer van haar moeder, van wie ik nog een merklap heb van 120 jaar oud.
Die handigheid en creativiteit neemt Jan mee als we trouwen. Hij verbouwt niet alleen verschillende huizen, maar figuurzaagt en verft ook houten puzzels voor de kinderen.
Jan maakt kasten, sjoelbakken en een mens-erger-je-niet-spel van hout. Een schaakbord met schaakstukken. Zijn versleten boeken bindt hij zelf opnieuw in. Wanneer ik na een operatie terugkom uit het ziekenhuis is de kamer versiert met 3D bloemen die hij samen met de kinderen maakte.
Als ik in mijn herinnering terugga naar mijn ouderlijk huis zie ik mijn vader nog in onze schuur staan in het stof en de herrie van zijn houtdraaibank.
De geur van hout vind ik nog steeds heerlijk! Hij maakt daar, vooral na zijn pensioen, de mooiste dingen: tafeltjes, krukjes, dienbladen, en voor mij een grote grenen eettafel.
Ik zie de tafel eerder in een woonwinkel en mijn vader gaat mee om hem na te tekenen. Hij maakt hem, met gedraaide poten en een lade. Ik heb de tafel al 30 jaar.
In gedachten zie ik mijn moeder sokken breien en hoor ik nog het snelle getik van de naalden. Ze breit vooral voor mijn oudere broer die een onwaarschijnlijk grote maat sokken heeft die niet te koop zijn. Mama leert het mij ook en schrijft in een schriftje precies op hoe het moet.
Mama maakt voor onze baby- en barbiepoppen de mooiste kleertjes. Waar ze met haar drukke gezin met negen kinderen de tijd vandaan haalt, weet ik niet.
Het is leuk om te zien dat ook onze kinderen creatief zijn. Mijn zoons zijn allebei handig en hebben gevoel voor vorm en kleur. Mijn oudste zoon ontwerpt o.a. handgemaakte elektrische gitaren.
Mijn jongste zoon schilderde graag.
Mijn dochter vindt het leuk om te breien en op de universiteit blijkt dat weer hip om te doen.
Bij haar afstuderen schenkt ze haar professor een paar zelfgebreide sokken. Hij vindt dat fantastisch!
Het sieradendoosje dat mijn schoonvader van een oude sigarendoos en knijpers maakte, is dierbaar voor mij. Het grote aap-noot-mies borduurwerk – met zelfbedachte kleuren – van mijn schoonmoeder hangt in de gang. De grote eettafel van mijn vader staat midden in de kamer. Ik draag in de winter graag de sokken die mijn moeder mij leerde breien.
Ik geniet van het truitje dat mijn dochter laatst voor mij maakte. Ik kijk naar de houten puzzels en het kastje dat Jan maakte. Intussen hangt mijn eerste quilt over de leuning van de bank.
Als ik terugdenk aan mijn ouders en schoonouders besef ik hoe belangrijk het is om iets met je handen te maken. Ik besef hoe kostbaar sommige voorwerpen zijn omdat zij die met liefde hebben gemaakt. Van iets maken met je handen gaat rust uit.
Er zit liefde, aandacht en tijd in iets wat zelf is gemaakt. Daarom is geven en ontvangen daarvan een geschenk.
Het drukt iets uit wat niet op een vergelijkbare manier kan. Door het digitale tijdperk waarin we leven, nemen we steeds minder de tijd om iets te creëren wat vast te pakken en blijvend is. Noodgedwongen is er nu een periode waarin dat opnieuw aandacht kan krijgen.
Dat maakt dat ik speciaal in deze coronatijd met liefde terugdenk aan alle dierbare zelfgemaakte voorwerpen.
Ik wil daarom een ode brengen aan onze ouders en alle vormen van handvaardigheid!