Wat heb ik veel geleerd van de boeken van Henri Nouwen. Wat heeft hij veel nagelaten aan rijke overdenkingen en troostvolle woorden. Hoe kan het dat je zoveel verbondenheid kan voelen met iemand die priester was en heel ander leven leidde?
Ik verbaas me over het feit dat iemand precies die dingen beschrijft, waar ik mee bezig ben. Mijmeringen die ik dan lees in het boek van iemand anders. Bij Henri Nouwen heb ik dat regelmatig. Hoe komt dat? Hij was een Nederlandse priester, professor aan verschillende theologische instituten en universiteiten van de Verenigde Staten. Hij was een zeer geliefd pastor. Hij heeft meer dan 40 boeken geschreven over spiritualiteit. Hij correspondeerde in minstens vijf talen. In 1986 besluit hij zijn werk aan de universiteit op te geven en te gaan werken en leven in Canada, in de Arkgemeenschap in Toronto. Daar waar geestelijk en lichamelijk gehandicapten wonen. Hij gaat zorgen voor Adam, een zwaar gehandicapte man. Adam leert Henri luisteren naar de taal van het lichaam en van het hart.
Henri schrijft over vreugde te midden van verdriet. Hij schrijft eerlijk over teleurstellingen, over zijn moeiten en heeft een manier van schrijven waardoor ik geraakt wordt. Ik denk dat zijn woorden veel voor mij betekenen, omdat hij door zoveel moeilijkheden heen is gegaan. Dat hij dit eerlijk en toegankelijk beschrijft en nederig en eenvoudig is gebleven, ondanks alle opleidingen die hij heeft gevolgd. Bij hem voel ik geen veroordeling maar barmhartigheid. De boeken: ‘Adam’, ‘Bevrijd je verdriet’, ‘Hier en Nu’, ‘Een levende heenwijzing’, ‘Met de dood voor ogen’, ‘Een parel in Gods ogen’, ‘Binnen geroepen’ en ‘Eindelijk thuis’, vond ik prachtig om te lezen en blijven me boeien. Over het boek ‘Eindelijk Thuis’, is al veel gezegd en geschreven. Ik heb hier eens een retraite over gevolgd in “De Spil” , waar regelmatig een thema-retraite wordt gegeven over een van de boeken van Henri Nouwen.
Henri schrijft in het boek “Eindelijk Thuis’ gedachten bij het schilderij van Rembrandt ‘De terugkeer van de verloren zoon’. Hij reist hiervoor naar de Sovjet-Unie, naar de Hermitage in Sint-Petersburg. Daar zit hij uren voor het schilderij om alles op zich in te laten werken. Hij verplaatst zich om de beurt in de jongste zoon, de oudste zoon en de vader. Dat werkt hij uit in het boek. Het wordt een lang geestelijk avontuur. Het brengt hem tot een nieuw begrip van zijn roeping en geeft hem nieuwe kracht.
Hij besluit het boek met de volgende prachtige woorden:
“Als ik kijk naar de mensen met wie ik mijn leven deel, zowel de gehandicapten als hun verzorgers, dan zie ik het mateloze verlangen naar een vader in wie het vaderschap en het moederschap één zijn. Zij hebben allen geleden onder de ervaring afgewezen te worden of in de steek gelaten te worden. Ze zijn allemaal in hun jeugd geestelijk verwond en vragen zich nu verbaasd af of zij Gods onvoorwaardelijke liefde wel waard zijn. Ze zijn allemaal op zoek naar een veilige plaats, een thuis, een welkom en een aanraking van zegende vaderhanden.
Met ontzag sta ik op de plek waar Rembrandt mij heeft gebracht. Hij leidde mij van de knielende, verwonde jongste zoon naar de staande, over hem heen buigende vader; van de plek waar ik gezegend word naar de plek waar ik moet zegenen. Als ik naar mijn eigen ouder wordende handen kijk, dan weet ik dat zij mij gegeven zijn om ze uit te strekken naar allen die lijden; om ze te laten rusten op de schouders van ieder die tot mij komt. Zo mag ik de zegen schenken die voortkomt uit de onmetelijke stilte van Gods liefde.”
Dankjewel lieve Henri. Ik ben, samen met heel veel andere mensen op deze wereld, door alles wat jij hebt geschreven, veel van je gaan houden.