Alleen de discussie al om, tegelijk met het herdenken van de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, andere slachtoffers te herdenken, doet absoluut geen recht aan het gedachtegoed van de mensen die toen voor ons geleden en gestreden hebben. Ik heb met schaamte de afgelopen dagen de discussie hierover gevolgd en wil afstand nemen van iedereen die – hoe goed bedoeld ook – de aandacht van de kern van ons herdenken wil afleiden.
Na het zien van de documentaire ‘Night will fall’ zouden al die gesprekken voorgoed tot zwijgen moeten komen. Dit systematische, fabrieksmatige uitmoorden van een volk, is met niets te vergelijken. Het past beslist niet om deze gruwelijkheden te vergelijken met andere problemen die zich nu voordoen in de wereld. Het is voor mij onbegrijpelijk dat mensen het lef hebben om dit ter discussie te stellen. Volstrekt ongepast.
Nog nooit heeft een documentaire zo veel indruk op mij gemaakt als die over de film ‘Night will fall’. Het is zo gruwelijk om de beelden te zien dat iedere beschrijving tekortschiet. Je kijkt rechtstreeks in de hel. In 2015 werd herdacht dat het zeventig jaar geleden is dat Auschwitz werd bevrijd door het Russische Rode leger. Behalve een indrukwekkende bijeenkomst in Polen, door de laatste overlevenden van het kamp en hoogwaardigheidsbekleders uit veertig landen, werd ook deze film (voor het eerst) vertoond op de Nederlandse televisie. De film was alleen laat in de avond te bekijken en dat was beslist niet voor niets.
In april 1945 werd het concentratiekamp Bergen-Belsen bevrijd door Britse troepen. De militairen legden de bevrijding vast op film; ze filmden de opluchting, maar ook de angstaanjagende realiteit van het concentratiekamp vol uitgemergelde lijken en stervende mensen. Het gesleep met de lijken om hen op een hoop te verzamelen, de totale ontmenselijking, de wrede naaktheid, doen je sidderen en wegkijken.
Sidney Bernstein en Alfred Hitchcock kregen de belangrijke taak om de vele uren materiaal uit Bergen-Belsen en andere concentratiekampen tot één geheel te smeden, wat resulteerde in de documentaire ‘German Concentration Camps’. Voor de Britse overheid was de film een belangrijke troef; hij moest als bewijs dienen voor de systematische gruweldaden van het naziregime. Maar naarmate de film vordert, verandert de politieke situatie en begint men te vrezen dat vertoning van de film een constructieve wederopbouw van Duitsland in de weg zou gaan staan. Zo belandden de vijf filmrollen van Bernstein en Hitchcock op de plank. Tot de Imperial War Museums besloten de film te restaureren en af te maken. De documentaire vertelt het verhaal over de totstandkoming van de film aan de hand van gestileerde interviews met betrokkenen.
Na het zien van deze beelden zou je nooit meer in een goede God kunnen geloven, nooit meer vertrouwen kunnen hebben in de mensheid. Dit geloof en vertrouwen zou met alle gruwelijke beelden mee kunnen sterven in het massagraf en voor altijd vernietigd kunnen worden.
Diep geroerd deed de herinnering aan de toespraak van een zeer oude overlevende van kamp Auschwitz, eerder die dag op tv, deze neiging tot eeuwige ondergang van het goede, weer teniet. Zijn oproep om elkaar lief te hebben, om elkaar te respecteren, om recht te doen aan àlle mensen, om ervoor te zorgen dat onze kinderen dit nooit meer zouden meemaken, deed me beseffen dat dit verlangen naar het goede niet uit te roeien is.
Dank u wel, lieve oude kampoverlevenden. Dank voor jullie tranen, voor jullie moed en jullie kwetsbaarheid. Jullie hebben mij laten zien en voelen dat de liefde absoluut zal overwinnen van het kwaad. Wij herdenken niet alleen de gruwelijkheden, maar vooral ook de hoop en de liefde die jullie hebben doorgegeven.
Wij zullen moed houden en willen de fakkel van die hoop overnemen en willen nooit, nee nooit stoppen om jullie te herdenken.