Ik kom uit een groot gezin, heb jaren met mensen samengewoond in een groot huis en ben bijna 40 jaar samen met Jan geweest. Nu, al een aantal jaren sinds het overlijden van Jan, ben ik de meeste tijd alleen. De woonkamer is ook nogal groot uitgevallen. Soms vragen mensen mij wel eens voorzichtig of ik mij niet eenzaam voel. Ik vind het niet zo eenvoudig om deze vraag met ja of nee te beantwoorden.
De ene keer ben ik dagen alleen thuis en voel ik me niet eenzaam. Ik schrijf en doe dingen in en om het huis en voel me vredig. Een andere keer ben ik tussen de mensen en voel ik me ongelooflijk eenzaam. Ik weet niet precies waar dat hem nou in zit. Af en toe mijmer ik daarover en schrijf ik mijn gedachten op. Ik vraag me af of het misschien ook wel te maken heeft met verbondenheid. Met lagen waarin je dit kan beleven. Als je bij mensen bent en niet kunt delen wat er in je hart leeft, is het soms moeilijk om je verbonden te voelen.
Er zijn vier lagen, of cirkels van communicatie en verbondenheid. Johan Smit schrijft daarover in zijn boek “Tot de kern komen”. De eerste is de feitencirkel: Je bent verbonden omdat je samen familie bent, omdat je naar dezelfde kerk gaat, omdat je samen van lezen of tuinieren houdt. De tweede cirkel is die van de gevoelens: Je kunt je verbonden voelen als je dezelfde gevoelens hebt en in elkaar herkent. Een laag dieper kom je terecht bij de existentiële laag, of de laag van de levensbeschouwing. Je kunt je verbonden voelen als zielsverwant, door hoe je de dingen van het leven en het geloof beleeft, maar vooral door de betekenis die je aan je ervaringen verleent. De vierde cirkel is de laag van de diepste verbondenheid, dan deel je je geestelijk leven samen met de ander en met God.
Het zal wel duidelijk zijn dat de buitenste cirkel het grootst is en de andere cirkels daarbinnen liggen en dus steeds kleiner worden. Als je zo lang de binnenste cirkel hebt gedeeld kan het niet anders dan dat je een enorme verandering meemaakt in je verbondenheid als dat wegvalt. Dat is dan een gebied waar je een soort litteken voelt, een gemis wat niet zomaar is op te vullen. Het verklaart misschien ook waarom het wel erg prettig is om in de buitenste cirkel, die van de feiten, stappen te zetten en daarin gesteund te worden. Het verklaart misschien waarom het wel goed is om naar verjaardagen te gaan of ergens te gaan eten en andere activiteiten te ondernemen, maar ook dat dit alles de diepste behoefte aan verbondenheid niet kan vervangen.
Dit blijft een gemis wat soms juist extra voelbaar is tussen mensen. Of juist daar waar je die verbondenheid het meest beleefde. Daar waar je het meest samen je hart in hebt gelegd. Het kost tijd om betekenis te geven aan zo’n verandering. Om op een andere manier naar dit gemis te kunnen kijken. Om te geloven dat juist je littekens je ontvankelijk maken voor de pijn en het verdriet van anderen en je te helpen om deze te laten gebruiken tot een meer barmhartige houding naar anderen. Het begint voor mij niet in de cirkel van de feiten, niet door veel mensen op te zoeken verdwijnt mijn eenzaamheid, ook niet door alleen mijn gevoelens te delen.
Het uithouden van de eenzaamheid begint ten diepste in de binnenste cirkel, daar waar ik de troost en de hoop kan ontvangen van God. Daar wil ik steeds weer uitkomen, omdat ik het daar vertrouw. Daar ontmoet ik in de kern de reden van mijn bestaan. Daarvandaan neem ik de motivatie en de liefde mee naar de steeds groter wordende cirkels naar buiten.